Of je nu aan een bachelorproef werkt, een les voorbereidt of een artikel voor het maandblad van je hobbyclub schrijft; belangrijk is dat je over de correcte informatie beschikt en dat je ook weet hoe je aan deze informatie kan geraken. Door informatievaardig te zijn, kan je online en offline informatie zoeken, vinden, beoordelen en verwerken.
Over welke vaardigheden gaat het?
Het zijn dié vaardigheden die je helpen bij het gericht zoeken, vinden, evalueren en verwerken van online en offline informatie.
Je bent dus informatievaardig wanneer je :
- gericht informatie kunt opzoeken in een bibliotheekcatalogus, een databank of een zoekmachine
- aan de hand van de CRAAP test kan beoordelen of een website kwaliteitsvol is of niet. Via deze test kan je de kwaliteit van online informatie controleren
- goed het onderscheid kent tussen populaire, vak- en wetenschappelijke literatuur
- informatie en verschillende soorten bronnen op een kritische manier kunt benaderen
Waar ga je jouw informatie halen? Er zijn vele mogelijkheden.
Enerzijds kan je gaan zoeken in bibcatalogi, databanken, encyclopedieën, wetenschappelijke tijdschriften, uitgeversplatformen, school- en studieboeken. Dit zijn bronnen waarvan de inhoud "gecontroleerd" werd. Dit materiaal is immers geschreven door experts binnen het vakgebied. Hun werk kwam ook door peer review tot stand en werd dus uitvoerig onder de loupe genomen door collega-experts alvorens het gepubliceerd werd.
Anderzijds kan je zelf een onderzoek beginnen door informatie op het internet te gaan zoeken. Ook daarvoor zijn er verschillende mogelijkheden.
Hoe pak je dit best aan?
Stap 1: Stel een goede onderzoeksvraag: aan welke eisen moet jouw werkstuk voldoen? Voor wie is het bedoeld? Baken je onderwerp af!
Jouw onderzoeksvraag vormt het beginpunt.
Nu moet je nagaan wat je reeds over het onderwerp weet. Een mindmap of woordspin maken kan je hierbij helpen. Noteer trefwoorden over dit onderwerp. Via deze trefwoorden kan je dan naar informatie gaan zoeken in een zoekmachine.
Stap 2: Bepaal je zoekstrategie; welke is jouw aanpak om informatie te vinden?
Informatie opzoeken in de bibliotheekcatalogus
In de bib kan je terecht voor fysieke (die je uit het rek kan halen) en digitale materialen (databanken). Op de bibsite krijg je ook extra info over hoe je slim kan zoeken: "smart zoeken".
Wanneer je materialen opzoekt, kijk dan goed naar de campus waar je het materiaal kan vinden en naar het plaatsingsnummer (de plaats in het rek)
Log steeds in : zo kan je het overzicht van jouw uitleningen bewaren en materialen verlengen en reserveren. Bovendien kan je je zoekopdrachten enkel bewaren wanneer je ingelogd bent. Door in te loggen, word je verbonden met de server van Odisee en krijg je dezelfde informatie op de campus én thuis.
Gebruik filters om jouw zoekopdrachten te verfijnen:
- schakel over van eenvoudig zoeken naar geavanceerd zoeken
- gebruik de Booleaanse operatoren
- gebruik het is-gelijk-aan-teken wanneer je wil dat je volledige zoekterm teruggevonden wordt =Privé ziekenhuizen in Vlaanderen=
- gebruik aanhalingstekens om je zoektermen als één geheel te doorzoeken "onderwijs en onderzoek"
- gebruik %-tekens wanneer je wil dat de titel steeds met deze zoekterm begint %milieuverontreiniging%
Informatie opzoeken via internet
Niet elke informatie die je op internet te zien krijgt is kwalitatief bruikbaar. Het is dus zeer belangrijk dat je kritisch omgaat met de gevonden informatie. De CRAAP test kan je helpen bij het evalueren van informatiebronnen.
C= Currency (actualiteit): Hoe recent is de publicatie? Actueel genoeg voor jouw onderwerp? Wanneer werd de website het laatst bijgewerkt?
R= Reliability (betrouwbaarheid): Welke soort info vind je terug? Is de info objectief? Is er een bronvermelding?
A= Authority (autoriteit): Wie is de auteur? Heeft hij een goede reputatie in dat vakgebied?
A= Accuracy (volledigheid): Is de informatie in diepte uitgewerkt en goed gedocumenteerd of eerder vaag? Waar komt de info vandaan? Is dit materiaal nagelezen door anderen? Is er bewijsmateriaal?
P= Purpose / Point of view (objectiviteit): Geeft de auteur zijn mening weer of blijft hij feitelijk? Wordt er een bepaalde visie weergegeven? Zijn er veel reclameboodschappen op de site ? Wie financiert die website?
Conclusie: wees zeer kritisch bij de informatie die je wil gebruiken bij het schrijven van je bachelorproef, je thesis of je lesvoorbereiding. Indien je nog twijfelt of jouw bron al dan niet betrouwbaar is, controleer dan of je deze info ook terugvindt in een andere, onafhankelijke en kwaliteitsvolle, bron. Is dit het geval... dan staat het licht op groen!
Via Google Scholar kan je wetenschappelijke publicaties raadplegen die veelal full-text beschikbaar zijn. Je zoekt zoals je in de "gewone Google "doet.
Wat met Wikipedia?
Mag je Wikipedia gebruiken om je bachelorproef op te baseren? NEEN! Mag je Wikipedia dan helemaal niet gebruiken? TOCH WEL!
Wikipedia bevat een schat aan informatie en is met stip de grootste online encyclopedie met meer dan 20 miljoen artikels in 270 landen. Iedereen kan informatie toevoegen, wat maakt dat de meeste auteurs geen experts zijn. Anderzijds, houdt dit wel in dat de informatie meestal up-to-date gehouden wordt.
Wistjedatjes:
- Wikipedia is ideaal voor het snel opzoeken van een weetje
- goed voor de eerste zoektocht voor het vastleggen van jouw onderwerp
- Wikipedia mag het begin zijn van je zoekopdracht, maar zeker niet de enige bron
- door het feit dat de auteurs niet verplicht zijn om hun bronnen te vermelden, kan je zeker niet enkel Wikipedia gebruiken om je lesvoorbereiding of de conclusies van je bachelorproef of thesis op te baseren
- check de gevonden informatie in een andere bron
- kijk naar de bronnenlijst onderaan de pagina... is deze uitgebreid of niet?
- zijn er links naar andere informatieve websites?
- is de gevonden informatie waardevol?
- beperk je niet alleen tot de Nederlandstalige Wikipedia: er zijn veel meer Wikipagina's in het Engels en in het Frans dan in het Nederlands. Je zal via deze weg meer bronnenmateriaal vinden
Neem een onderzoekende houding aan en evalueer de gevonden informatie kritisch zodat je de kwaliteit van de bron kan beoordelen. Dit kan door wie, wat, wanneer, waarom en waar vragen te stellen.